02 mrt Hart voor Tao – Elly Nooyen
Al enige tijd was ik op zoek naar een heldere vertaling van de ‘Tao Teh Jing’ van de Taoïsten. Ik was nieuwsgierig geworden naar het Taoïsme (of Daoïsme), maar had als leek zijnde een boek nodig die een niet al te ingewikkelde uitleg gaf. Het boek ‘Hart voor Tao’ van Elly Nooyen was precies wat ik zocht.
Mijn interesse voor het Taoïsme is tweeledig. Enerzijds wil ik er meer over weten om het te kunnen herkennen en toepassen in mijn Qigong oefeningen en lessen en anderzijds omdat ik nieuwsgierig ben naar eventuele raakvlakken met het Christendom.
Het Taoïsme komt van oorsprong uit China en is veel ouder dan het Christendom. Vijfentwintighonderd jaar geleden tekende de Chinese wijsgeer Lao Zi de essentie van de Tao (de Weg) en de Teh (de deugd, of de energie) op in het ‘Boek van de weg van de deugd’, de Tao Teh Jing. Sindsdien is dit boek de leidraad voor alle Taoïsten, zoals de bijbel dat is voor Christenen. Maar er is wel een verschil: de Taoïsten claimen de ‘Tao Teh Jing’ niet als zijnde hun ‘eigendom’. Het staat een ieder vrij om het te lezen en het daarna geheel op zijn eigen wijze toe te passen. Dat hierdoor verschillende interpretaties (zijn) ontstaan, spreekt voor zich, maar dat geldt net zo goed voor de Bijbel die door het Christendom enigszins wel wordt gezien als ‘uitsluitend behorende bij hun leer’. Ondanks dat het officieel ‘gebonden is aan een éénduidige uitleg’, wordt de Bijbel toch ook op verschillende manieren uitgelegd en toegepast.
Om de essentie van Tao in een paar zinnen te kunnen samenvatten, citeer ik hier een verhaal uit het boek ‘Hart voor Tao’:
Een grootvader krijgt zijn zoon op bezoek. Bij het afscheid geeft hij hem wat geld: ‘Geef maar aan mijn kleinzoon als je wilt, hij moet maar zien wat hij ermee doet’.
De jongen koopt er een zakje zonnebloemzaad van. De vader helpt hem met het laten ontkiemen van het zaad. Samen zetten ze de jonge plantjes in de tuin en het kind geeft ze dagelijks water.
Dan wordt zijn vader voor een paar jaar voor zijn werk naar het buitenland gestuurd; hij verhuurt zijn huis. De tijdelijke bewoners verzorgen de plantjes goed en na een paar maanden bloeien er in de tuin prachtige zonnebloemen. Wanneer deze zaad schieten worden deze uitgedeeld aan hun vrienden, enzovoort, enzovoort.
De grootvader biedt in dit verhaal alleen mogelijkheden: hij laat zijn zoon vrij om het geld wel of niet aan zijn kleinzoon te geven en zijn kleinzoon laat hij vrij in wat hij ervoor wil kopen, maar hij schept zelf niet. En zo is het ook met Tao, het zet ons aan tot actie, biedt ons mogelijkheden in het leven, maar schept zelf niet. (In tegenstelling tot God die wél als een scheppende kracht van alles wat we in deze wereld kunnen zien wordt beschouwd.)
Tao is vormloos en leeg. Het is ‘niets’, maar tegelijkertijd ‘alles’ wat we nodig hebben om al datgene wat wél vorm en naam heeft (en dus ‘iets’ is) iets bruikbaars te maken. Tao is aanwezig in het ‘lege midden’ van alle dingen die tot onze wereld behoren, zoals een vaas in het midden leeg moet zijn om iets voor te kunnen stellen. Tao is in en om ons heen en biedt ons de mogelijkheid om van nut te kunnen zijn in deze wereld. En we hoeven daarvoor in principe ‘niets’ te doen, dat wil zeggen: zelf geen uitgestippelde plan maken. Wie zich open stelt voor Teh, de energie die van Tao, en daar dan vervolgens naar handelt, (zoals de kleinzoon die met het geld van zijn grootvader deed) doet al genoeg. Iets wat de Taoïsten ook wel doen door niet te doen noemen .
En voor wie zich zo kan overgeven aan de uitwerking van Tao (de Teh) geldt, dat hij zich steeds meer als betrokken bij de immense schepping voelt en zich openstelt voor het wonder van de velden van energie die aan het ontstaan van dit universum vooraf gingen.
Een uitwerking die ik ook herken van 45 jaar Christen zijn. 🙂
Boek meteen bestellen? Klik dan hier!
Geen reactie's